Foto: Layla Aerts

Zwanger en tuberculose

‘Ik kreeg tbc toen ik 1 maand zwanger was’, vertelt Oumou. Ze zit op een gele, plastieken stoel voor haar huis en kijkt naar haar drie zonen die achter haar tikkertje spelen. Ze draait zich weer om en glimlacht. Haar witte tanden staan in contrast met haar donkerbruine huid. Ze draagt een geel t-shirt en een felroze rok.

‘Ik hoestte non-stop. Ik had koorts, mijn gewrichten deden pijn en ik was de hele tijd moe. Vooral ’s avonds en ’s nachts werd het erg. Toen ik naar de dokter ging, viel het verdict al snel: tuberculose.’

Man en kinderen weg

‘Toen mijn man hoorde dat ik tuberculose had, pakte hij zijn koffers. Hij was als de dood besmet te raken. Ik bleef alleen achter met mijn twee zonen. Iedere dag ging ik naar het ziekenhuis om mijn medicijnen te halen. De kinderen liet ik bij mijn familie. Ik wilde hen niet besmetten.’

‘Ik probeerde positief te blijven, maar ik was op van de stress. Ik kreeg de ene paniekaanval na de andere. Ik viel soms flauw van de angst. De dokter vertelde me dat mijn medicijnen niet schadelijk waren voor mijn baby, gelukkig. Maar toen hij merkte dat de behandeling niet hielp, vertelde hij me dat ik over moest schakelen op injecties. En die waren wél schadelijk voor mijn ongeboren kind. Ik was zo bang en zwak toen ik dat hoorde dat ik meteen weer flauwviel.’

Mentaal en fysiek in slechte staat

Oumou stopt even met vertellen. Ze fronst haar wenkbrauwen en gaat verder met een bedrukte uitdrukking op haar gezicht: ‘Ik was toen echt in een slechte staat, zowel mentaal als fysiek.’ Ze ademt diep in, en vertelt verder. 

‘Omdat het toen niet goed met me ging werd ik naar Ignace Deen gebracht, dat is een ander ziekenhuis in Conakry, waar slaapzalen zijn voor mensen die moeten blijven. Daar werd ik twee weken lang gehospitaliseerd. Mijn moeder en zus bleven bij me om voor me te zorgen.’

Medicijnen waren op  

‘Ineens waren er geen medicijnen meer. Ze waren op, vertelden de dokters me. Ik vertrok naar Sierra Leone om hulp te zoeken. Daar zei de dokter dat ik andere medicijnen moest nemen. Maar die waren schadelijk voor mijn kind. Ze wilden me daarom laten bevallen toen ik nog maar vijf maanden zwanger was. Ik weigerde en nam mijn oude medicijnen verder, maar bleef ziek.’

‘Uiteindelijk verbleef ik vier maanden in Sierra Leone. Maar het ging niet goed met me, en met mijn baby ook niet. Dokters zagen dat hij het te koud had in de baarmoeder. Ze wisten niet zeker of hij het wel zou halen. Op het einde van mijn zwangerschap ging ik naar Guinee om te bevallen. Ik bracht een gezonde zoon ter wereld. Ik was zo blij.’

“Mensen dachten dat ik behekst was”

‘Na de bevalling kon ik eindelijk beginnen aan die andere medicijnen, die ik niet mocht nemen toen ik zwanger was. Ik was ondertussen zo verzwakt, ik kon niet meer wandelen. Mensen dachten dat ik behekst was omdat ik ziek bleef. Ik ging met mama opnieuw naar Ignace Deen, daar werd ik weer gehospitaliseerd.’

Ignace Deen is een gezondheidscentrum voor personen met (resistente) tuberculose. De zwakste patiënten kunnen hier gehospitaliseerd worden.

‘Ik was bang en vreesde voor mijn leven. Ik wilde mijn kinderen hun moeder niet ontzeggen. Ze hadden enkel mij. Hun vader kijkt niet naar ze om. Elke avond huilde ik in mijn bed.’

Resistent aan mijn medicijnen

‘Bij Ignace Deen leerde ik Damiaanactie kennen. Ze deden nieuwe tests. Ik kreeg de resultaten: multiresistente tuberculose (MDR-TB). Dr. Cheriff vertelde me dat ik resistent was aan de belangrijkste tbc-medicijnen. Ik startte een nieuwe behandeling. Die zou twintig maanden duren. Toen ik wat sterker was ging ik weer naar huis. Elke dag wandelde ik naar het ziekenhuis om mijn medicijnen te gaan halen.’

‘Op het einde van mijn behandeling deed ik een nieuwe test. Maar wat bleek: ik was nog stééds positief.’

Zeldzame en moeilijk te behandelen tbc

‘Ik deed een nieuwe test die Damiaanactie naar het Tropisch Instituut voor Geneeskunde opstuurde in België. Een maand moest ik wachten op de resultaten. Toen waren ze er uiteindelijk. En zoals de dokters al vreesden, ik was besmet met Ultraresistente tuberculose (XDR-TB). Een zeldzame en uiterst moeilijk te behandelen vorm van tuberculose. Ik moest wéér een nieuwe behandeling starten, opnieuw een van twintig maanden.’

Gemeden door iedereen

‘Mensen meden me sinds de eerste dag dat bekend raakte dat ik tbc had. Ik was geïsoleerd van alles en iedereen. Mijn kinderen waren niet bij me, mijn familie kwam niet meer op bezoek. Mijn moeder liep ik ook vaak uit de weg, ik wilde haar niet besmetten. Het was heel zwaar voor mij.’

‘Ook de medicijnen waren zwaar. Ik viel vaak flauw en was erg ziek. Ik krabde mezelf de hele tijd. Ik had zwarte vlekjes op mijn huid en kon niet meer goed zien. ’s Nachts sliep ik niet, ik huilde enkel. Mama belde elke dag naar de dokter om te zeggen hoe moeilijk ik het had’

Vis verkopen aan marktkramers

‘De enigen die me steunden waren mijn moeder en Damiaanactie. Damiaanactie hielp me ook financieel. Toen ik bijna beter was hielpen ze mij om een vishandeltje te starten. Ik bestelde vis ’s morgens aan de haven. Daarna ging ik naar het ziekenhuis om mijn medicatie te nemen. Wanneer de vissers mij belden ging ik weer naar de haven om mijn bestelling op te halen. Die vis verkocht ik dan aan de marktkramers. Met dat geld kon ik voor mijn moeder zorgen en wat geld opzij zetten voor mijn kinderen.’

‘Tijdens mijn behandeling, kon ik niks. Ik was zo ziek. Mama betaalde alles voor me. Maar toen ik weer beter was kreeg zij een auto-ongeluk. Ik nam mijn spaargeld en gebruikte dat voor haar verzorging. Ik heb nu niks meer. Ik wil graag opnieuw een handeltje beginnen, daarom dien ik een aanvraag in bij Damiaanactie voor een nieuw project.’

“Geef de hoop niet op!”

‘Vandaag ben ik genezen. Ik ben zo dankbaar! Ik ben eindelijk weer ‘en forme’’, lacht Oumou. Haar gezicht is opgeklaard en ze kan haar glimlach niet verstoppen. “Mijn projecten? Ik heb voor leerkracht gestudeerd, maar ik heb geen energie meer om als onderwijzer aan de slag te gaan. Ik zou graag een rustige job hebben bij het Ministerie van Onderwijs. Zo kan ik het onderwijs hervormen en een goede toekomst bieden aan mijn en andere kinderen.’

‘Ik heb een boodschap voor tbc-patiënten: geef de hoop niet op! Het is zo belangrijk dat je je medicijnen iedere dag neemt. Bijt door tot het einde! Alleen zo zal je genezen en weer gelukkig zijn.’ Oumou draait zich weer om naar haar kinderen en gebaart hen bij haar te komen voor de foto’s. ‘Wat zou ik zijn zonder mijn kinderen?’

*Interview met Oumou in Conakry, Guinee voor Damiaanactie